Fioretti College Veghel

Fabels en gedichten

Fabels en gedichten
Project
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Deze projectles is gemaakt voor leerlingen leerjaar 1 van het vmbo. Wellicht ook geschikt (al dan niet met een kleine aanpassing) voor leerjaar 1 havo en vwo. De leerlingen maken kennis met de eerste Oudnederlandse zin. Ze leren wat een fabel is, dat deze vaak op rijm gezet is en dat er altijd een belangrijke boodschap (moraal) in een fabel zit. De leerlingen weten wat gedichten zijn en hoe gedichten ontstaan zijn. Ze weten hoe een rijmschema van een gedicht eruit ziet. Ook kunnen zij de gedichtvormen Elfje, Haiku, Limerick en naamgedicht herkennen.

Instructies

De hand-out met verwerkingsopdrachten is als bijlage toegevoegd.

Voor deze projectles zijn vier lesuren (50 minuten) nodig. Het is aan te bevelen om deze vier lesuren niet achter elkaar te plannen. Het heeft de voorkeur om lesuur 1 en 2 op dag 1 te plannen en lesuur 3 en 4 op dag 2.

Wanneer deze les schoolbreed met leerjaar 1 (in een projectweek) wordt uitgevoerd, dan is het wellicht handig om in klassenbeheer een projectklas aan te maken en de les daar klaar te zetten voor de leerlingen. Dit hoeft dan maar door één docent te worden gedaan.

Het is niet nodig om docenten

Onderdelen in deze les

Fabels en gedichten
Project

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

- Je leert de eerste Oudnederlandse zin

FABELS:

- Je weet wat een fabel is, dat deze vaak op rijm gezet is en dat er altijd een belangrijke boodschap (moraal) in zit.

GEDICHTEN:

- Je weet wat een gedicht is

- Je weet hoe een rijmschema van een gedicht eruit ziet;

- Je kunt een Elfje, Haiku, Limerick en naamgedicht herkennen.



Slide 2 - Tekstslide

Hebban olla vogala nestas...

Ja, jullie lezen het goed: 'hebban olla vogala nestas.'


Dit is de eerste geschreven zin in het Oudnederlands.

Men beschouwt het zelfs als de eerste Nederlandse poëzie. Het is het begin van een gedicht of een lied.


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

De eerste Oudnederlandse zin

Hebban olla uogala nestas hagunnan

hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu

Slide 5 - Tekstslide


Hebban olla vogala nestas...
A
is Latijns voor een liefdesliedje
B
was rond 1100 v. Chr. een liefdesliedje

Slide 6 - Quizvraag


Oudnederlands...
A
is geen taal
B
is een dialect van de Latijnse taal
C
was een volkstaal die alleen gesproken of gezongen werd
D
bestaat niet

Slide 7 - Quizvraag


Monniken schreven vroeger...
A
in het Oudnederlands
B
in het Latijn
C
niet, dat deed het 'gewone' volk
D
niet, ze spraken en zongen alleen

Slide 8 - Quizvraag


Hebban olla vogala nestas...
A
is de eerste Oudnederlandse zin die opgeschreven is
B
is de eerste Latijnse zin die opgeschreven is

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Fabels
- Een kort verhaal met een belangrijke boodschap (moraal).
- Er komen vaak dieren in voor die denken, praten en handelen als mensen.

Slide 11 - Tekstslide

Fabel van de vos en de raaf

Een van de bekendste voorbeelden is de fabel van de vos en de raaf. De slimme vos ontfutselt de raaf, die gevoelig blijkt voor vleierij, een stuk kaas.


De moraal is zonder meer toepasbaar op mensen: wie zo dom is lovende praatjes te geloven, wordt bedrogen waar hij bij staat.

Slide 12 - Tekstslide

Fabel van de vos en de raaf
door Jean de la Fontaine

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Fabels - rijmgedichten

Er zijn veel fabels geschreven.

Veel fabels zijn later (door andere schrijvers of dichters) op rijm gezet.

Slide 15 - Tekstslide

De vos en de haan

Slide 16 - Tekstslide

Welke belangrijke boodschap (moraal van het verhaal) zit er volgens jullie in 'de vos en de haan'?

Slide 17 - Open vraag

De twee geiten

Slide 18 - Tekstslide

Welke belangrijke boodschap (moraal van het verhaal) zit er volgens jullie in 'de twee geiten'?

Slide 19 - Open vraag

Gedichten

Slide 20 - Tekstslide

Geschiedenis gedichten

Een dichtvorm is al heel oud. In vroege tijden gaven rondtrekkende verhalenvertellers en liedjeszangers hun verhalen door op rijm. Een verhaal in de vorm van een gedicht konden zij, maar ook jij beter onthouden en het brengt meer spanning in de manier van vertellen.



Slide 21 - Tekstslide

Gedichten wel/niet op rijm

Gedichten hoeven niet te rijmen. Een gedicht dat niet rijmt noem je ‘blank vers’. Als een gedicht wel rijmt, heb je te maken met een rijmschema. Je ziet dan welke zinnen steeds op elkaar rijmen.




Slide 22 - Tekstslide

Rijmschema gedichten

Het is makkelijk om het rijmschema van een gedicht te achterhalen:


  1. Lees het gedicht.
  2. Kijk welke zinnen met elkaar rijmen.
  3. Geef elke rijmende zin dezelfde letter, begin met a.





Slide 23 - Tekstslide

Rijmschema gedichten

Voorbeeld:

Al vanaf de eerste dag

was ik betoverd door jouw lach

Mijn liefde voor jou is eindeloos

Het is daarom dat ik voor jou koos

Ik blijf je eeuwig trouw

Jij bent alles waar ik van hou








jij bent alles waar ik van hou






a

a

b

b

c

c

Slide 24 - Tekstslide

Gedichten

- Een gedicht valt vooral op door de vorm: de regels zijn korter dan in een verhaal (proza), de regels worden niet vol geschreven.


- Een regel in een gedicht bestaat soms maar uit enkele woorden. Het is vaak erg wit rondom een gedicht.



Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide


Dit is een...
A
Blank vers
B
Rijmgedicht

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide


Dit is een gedicht met rijmschema...
A
abcabc
B
ababacac
C
aabbaacc

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide


Dit is een gedicht met rijmschema...
A
aabb ccbb
B
abab acac
C
aabbaacc
D
abcb abcb

Slide 31 - Quizvraag

Soorten gedichten

Er zijn verschillende soorten gedichten. 

Jullie gaan nu kennismaken met vier verschillende soorten gedichten: Elfje - Haiku - Limerick - naamgedicht.

Slide 32 - Tekstslide

Uitleg elfje

Een elfje is een gedicht van elf woorden die in vijf regels geschreven zijn.  

Regel 1: Eén beginwoord

Regel 2: Twee woorden

Regel 3: Drie woorden

Regel 4: Vier woorden

Regel 5: Eén woord, in de vorm van  een conlusie, uitroep of oplossing




Slide 33 - Tekstslide

Elfje voorbeeld 1


Fiets

Is niets

In deze stad

Hij wordt steeds gejat

Triest



Slide 34 - Tekstslide

Elfje voorbeeld 2


Tijger
Kijkt scherp

Kan goed zoeken

Hij grijpt het dier

Hap




















Slide 35 - Tekstslide

Uitleg Haiku

Een rijmloos gedicht van drie regels met een vast aantal lettergrepen heet een haiku. De zeventien lettergrepen zijn verdeeld over drie regels.


De eerste regel heeft 5 lettergrepen.

De tweede regel heeft 7 lettergrepen.

De derde regel heeft 5 lettergrepen.



Slide 36 - Tekstslide

Haiku voorbeeld 1


de kat ligt op schoot

ik begin braaf te aaien

zo zet je hem aan

   (Kees van Kooten)



Slide 37 - Tekstslide

Haiku voorbeeld 2


Op een dorre tak
is een kraai nog blijven zitten
in de herfstavond


(Basho)

Slide 38 - Tekstslide

Uitleg limerick

Een limerick bestaat uit vijf regels.

In de eerste regels staat altijd een plaatsnaam.

Een limerick heeft vaak een grappige inhoud.


Het rijmschema is AABBA. 

Het aantal lettergrepen per regel staat vast.

Slide 39 - Tekstslide

Het rijmschema

Regel 1:           9 lettergrepen

Regel 2:           9 lettergrepen

Regel 3:           5 lettergrepen

Regel 4:           5 lettergrepen

Regel 5:           9 lettergrepen



Slide 40 - Tekstslide

Limerick voorbeeld 1

Er was een een cobra uit Made

Die wilde zijn accu opladen

Hij nam toen de gok

En brak uit zijn hok

Maar werd toch gepakt voor zijn daden

Slide 41 - Tekstslide

LIMERICK

Er was eens een vrouw uit Abcoude

Die graag op wat kattenvoer kauwde

Maar o wat een lol

Na zes blikken vol

Ze praatte niet meer, maar miauwde

Slide 42 - Tekstslide

Uitleg naamgedicht

Een naamgedicht is leuk en heel persoonlijk. 

Het begint met een naam.

De letters van de naam staan onder elkaar.

Elke letter is het begin van een (bij de naam of persoon) passende dichtregel, waardoor en flitsend gedicht ontstaat.



Slide 43 - Tekstslide

Naamgedicht vorbeeld 1

Daar ligt ze

O zo mooi

O zo prachtig

Rozen om haar heen

Nu komt de prins

Redder in nood

O zo snel

O zo stoer

Sterk met zijn zwaard

Ja daar wijkt de haag

En dan ...de kus



Slide 44 - Tekstslide

Naamgedicht voorbeeld 2

Nu schrijf ik

Alle letters

Allemaal onder elkaar

Maat, of rijm, of vorm

Doen eventjes niet mee

Ik knutsel totdat elke regel

Cool klinkt zoals ik het wil

Het wordt dan haast vanzelf

Toch een mooi gedicht



Slide 45 - Tekstslide


Dit is een...
A
Elfje
B
Haiku
C
Limerick
D
Naamgedicht

Slide 46 - Quizvraag


Dit is een...
A
Elfje
B
Haiku
C
Limerick
D
Naamgedicht

Slide 47 - Quizvraag


Dit is een...
A
Elfje
B
Haiku
C
Limerick
D
Naamgedicht

Slide 48 - Quizvraag


Dit is een...
A
Elfje
B
Haiku
C
Limerick
D
Naamgedicht

Slide 49 - Quizvraag

Jullie hebben kennis gemaakt met
het Oudnederlands, fabels en gedichten. 


Wat je hebt geleerd

- Je weet wat de eerste Oudnederlandse zin is.

Fabels:

- Je weet wat een fabel is, dat deze vaak op rijm gezet is en dat er altijd een belangrijke boodschap (moraal) in zit.

Gedichten:

- Je weet wat een gedicht is.

- Je weet hoe een rijmschema van een gedicht eruit ziet.

- Je kunt een Elfje, Haiku, Limerick en naamgedicht herkennen.

Slide 50 - Tekstslide

Fabels en gedichten
Project

Slide 51 - Tekstslide