In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
De hand-out met verwerkingsopdrachten is als bijlage toegevoegd.
Voor deze projectles zijn vier lesuren (50 minuten) nodig. Het is aan te bevelen om deze vier lesuren niet achter elkaar te plannen. Het heeft de voorkeur om lesuur 1 en 2 op dag 1 te plannen en lesuur 3 en 4 op dag 2.
Wanneer deze les schoolbreed met leerjaar 1 (in een projectweek) wordt uitgevoerd, dan is het wellicht handig om in klassenbeheer een projectklas aan te maken en de les daar klaar te zetten voor de leerlingen. Dit hoeft dan maar door één docent te worden gedaan.
Het is niet nodig om docenten
- Je leert de eerste Oudnederlandse zin
FABELS:
- Je weet wat een fabel is, dat deze vaak op rijm gezet is en dat er altijd een belangrijke boodschap (moraal) in zit.
GEDICHTEN:
- Je weet wat een gedicht is
- Je weet hoe een rijmschema van een gedicht eruit ziet;
- Je kunt een Elfje, Haiku, Limerick en naamgedicht herkennen.
Ja, jullie lezen het goed: 'hebban olla vogala nestas.'
Dit is de eerste geschreven zin in het Oudnederlands.
Men beschouwt het zelfs als de eerste Nederlandse poëzie. Het is het begin van een gedicht of een lied.
Hebban olla uogala nestas hagunnan
hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu
Een van de bekendste voorbeelden is de fabel van de vos en de raaf. De slimme vos ontfutselt de raaf, die gevoelig blijkt voor vleierij, een stuk kaas.
De moraal is zonder meer toepasbaar op mensen: wie zo dom is lovende praatjes te geloven, wordt bedrogen waar hij bij staat.
Er zijn veel fabels geschreven.
Veel fabels zijn later (door andere schrijvers of dichters) op rijm gezet.
Een dichtvorm is al heel oud. In vroege tijden gaven rondtrekkende verhalenvertellers en liedjeszangers hun verhalen door op rijm. Een verhaal in de vorm van een gedicht konden zij, maar ook jij beter onthouden en het brengt meer spanning in de manier van vertellen.
Gedichten hoeven niet te rijmen. Een gedicht dat niet rijmt noem je ‘blank vers’. Als een gedicht wel rijmt, heb je te maken met een rijmschema. Je ziet dan welke zinnen steeds op elkaar rijmen.
Het is makkelijk om het rijmschema van een gedicht te achterhalen:
Voorbeeld:
Al vanaf de eerste dag
was ik betoverd door jouw lach
Mijn liefde voor jou is eindeloos
Het is daarom dat ik voor jou koos
Ik blijf je eeuwig trouw
Jij bent alles waar ik van hou
jij bent alles waar ik van hou
a
a
b
b
c
c
- Een gedicht valt vooral op door de vorm: de regels zijn korter dan in een verhaal (proza), de regels worden niet vol geschreven.
- Een regel in een gedicht bestaat soms maar uit enkele woorden. Het is vaak erg wit rondom een gedicht.
Er zijn verschillende soorten gedichten.
Jullie gaan nu kennismaken met vier verschillende soorten gedichten: Elfje - Haiku - Limerick - naamgedicht.
Een elfje is een gedicht van elf woorden die in vijf regels geschreven zijn.
Regel 1: Eén beginwoord
Regel 2: Twee woorden
Regel 3: Drie woorden
Regel 4: Vier woorden
Regel 5: Eén woord, in de vorm van een conlusie, uitroep of oplossing
Fiets
Is niets
In deze stad
Hij wordt steeds gejat
Triest
Tijger
Kijkt scherp
Kan goed zoeken
Hij grijpt het dier
Hap
Een rijmloos gedicht van drie regels met een vast aantal lettergrepen heet een haiku. De zeventien lettergrepen zijn verdeeld over drie regels.
De eerste regel heeft 5 lettergrepen.
De tweede regel heeft 7 lettergrepen.
De derde regel heeft 5 lettergrepen.
de kat ligt op schoot
ik begin braaf te aaien
zo zet je hem aan
(Kees van Kooten)
Op een dorre tak
is een kraai nog blijven zitten
in de herfstavond
(Basho)
Een limerick bestaat uit vijf regels.
In de eerste regels staat altijd een plaatsnaam.
Een limerick heeft vaak een grappige inhoud.
Het rijmschema is AABBA.
Het aantal lettergrepen per regel staat vast.
Regel 1: 9 lettergrepen
Regel 2: 9 lettergrepen
Regel 3: 5 lettergrepen
Regel 4: 5 lettergrepen
Regel 5: 9 lettergrepen
Er was een een cobra uit Made
Die wilde zijn accu opladen
Hij nam toen de gok
En brak uit zijn hok
Maar werd toch gepakt voor zijn daden
Er was eens een vrouw uit Abcoude
Die graag op wat kattenvoer kauwde
Maar o wat een lol
Na zes blikken vol
Ze praatte niet meer, maar miauwde
Een naamgedicht is leuk en heel persoonlijk.
Het begint met een naam.
De letters van de naam staan onder elkaar.
Elke letter is het begin van een (bij de naam of persoon) passende dichtregel, waardoor en flitsend gedicht ontstaat.
Daar ligt ze
O zo mooi
O zo prachtig
Rozen om haar heen
Nu komt de prins
Redder in nood
O zo snel
O zo stoer
Sterk met zijn zwaard
Ja daar wijkt de haag
En dan ...de kus
Nu schrijf ik
Alle letters
Allemaal onder elkaar
Maat, of rijm, of vorm
Doen eventjes niet mee
Ik knutsel totdat elke regel
Cool klinkt zoals ik het wil
Het wordt dan haast vanzelf
Toch een mooi gedicht
- Je weet wat de eerste Oudnederlandse zin is.
Fabels:
- Je weet wat een fabel is, dat deze vaak op rijm gezet is en dat er altijd een belangrijke boodschap (moraal) in zit.
Gedichten:
- Je weet wat een gedicht is.
- Je weet hoe een rijmschema van een gedicht eruit ziet.
- Je kunt een Elfje, Haiku, Limerick en naamgedicht herkennen.